Koning Willem en ik
Een veiligheidsspeld priemde in mijn trots
zo ver hield ik mijn borst voorruit
ik stond in mijn schoen zo stevig als een rots
zo reikhalzend keek ik naar hem uit
ik keek naar het lintje dat mijn pak versierde
oranje zonder enige franje, maar ridder wel
als dank voor het leven dat ik vierde
eervol en moedig en liefhebber van Brell
maar nu hij nadert zakt de moed mij in de schoen
haastige ademslagen verraden het verwilderde hart
wat te zeggen? hoe te gedragen? wat te doen?
"twijfel laat zelfs een nobel hoofd nog verward!"
en lucht verdween als een speldenprik in mijn borst
de benen knikten maakte van mij een buiging
lieten mij wankel voor de naderende vorst
en plots daar kwam het woord: zijn dankbetuiging
hij schudde mij de hand en prees mijn leven
ik stotterde enkel woorden, wellicht iets Frans
hij knikte en had blijmoedig ‘n schouderklop gegeven
(die ik mij later nog zou herinneren als een dans)
toen liep hij weer verder naar de volgende held
en ik hervond mijn lucht, bolde mijn borst
hief de kin tot over mijn schouder en voelde de speld
weer priemen in mijn trots, voor vaderland en vorst
F.