Met een doffe klap sloeg hij
het boek dicht.
Het verhaal was lang maar
elke passage meeslepend
personages hadden zonet echt bestaan.
Nu nog slechts een stapeltje papier
omhelsd door de gemarmerde band
in het gelige licht van een eenzame kaars.
Mijn ogen, Sandy, hebben jou gezien
ik heb je ziel gehoord.
Twas een mooi verhaal.
Plots sta ik weer in het mijnenveld van Zadar
omhels Helena, en huil;
ik voel weer de hand van Milena,
tover terug die verlegen glimlach op het stuurse gezicht;
kuier ik weer met Rie doorheen
de naïeve schilderijen.
Ik lees zelfs weer Tims woorden,
losgelaten en spoorloos (ik mis je Tim!).
Twas een mooi verhaal, Sandy
maar je blies de kaars uit
en je las mijn boek
in het kille licht van een spaarlamp.