Eendagsvlinder
Ik zit in een boom
Heel alleen…
En kijk naar alle dingen
Die gebeuren om me heen…
De vogeltjes die fluiten…
Die zijn nooit alleen
De kinderen die muiten…
Ach, was ik er maar één
Maar ik ben een vlindertje…
Ik fladder de hele dag
Soms iets eten uit een bloem
Tot ik die ander zag…
Ik was in één keer smoorverliefd
Ik had nog nooit een vriend…
Wij fladderden samen door de lucht
Dit had ik verdiend…
Maar aan het einde van de dag
Was het al te laat…
Ik was een eendags vlinder
Ik wist me echt geen raad…
Wat moest ik nou zeggen…
Wat moest ik nou doen…
Voor ik het kon vertellen…
Kon hij alleen nog maar denken:
Wat een mooie tijd was het toen…