Mag ik?
U doet maar. Op eigen risico.
Maar nee, ik wil zekerheid.
Het is weer verdwenen.
Wat er nooit was.
Ik wil, ik wil zo graag...
naar de Kalmthoutse Heide.
Ik hou van de stilte die er kan zijn.
Maar het gezelschap moet ook wel kunnen.
Zoals Craig David? Nee, geef mij maar Niks.
Niks weet wel, begrijpt wel.
Ik vlieg zo graag.
/ zie je
Dat is alles.
Ik wou het maar even meededelen.
Onnuttige dingen moeten ook gezegd worden.
U ziet maar(.) wat ge ermee doet.
/ vliegt
Positieve mening speciaal gevraagd.
Dank bij voorbaat.