Onderkoeld en zonder eten,
sleep ik verder in het slijk,
niet wetend waar de weg is
geen benul van mens of tijd,
draag ik alleen de zorgen verder
als een last, dodend op de rug
en staar ik duist’re levens,
mijn eeuwenlange lijdenbrug.
Want voor morgen
zal ik zowaar strijden
en vechten om het zwaard
dat mij de genadeslag zal geven
en mij dit geketende leven bespaard.