krankzinnige bouwstenen
opgevuld met waancement
en Lotje tikt op de ramen
rokende stomheid uit de schoorsteen
de voordeur wordt langzaamaan dement
meerdere Lotjes tikken nu samen
de kozijnen knipogen
en het balkon doet een dutje
de dakpannen zijn bevlogen
de erker zwicht onder het getik van Lotje
als Lotje eenmaal komt
gaat ze nooit meer weg
Lotje die het huis verstomd
en het allengs overvloed met domme pech
het huis is van Lotje gaan houden
en leeft in melancholische herinneringen
het was wijs, volwassen en onthield zich van fraude
maar zit nu vol met kinderdingen