Daar zat
ze te verlangen,
in het gras,
tijdens
die warme
zomeravond,
oranje hemel,
ondergaande zon.
Alleen als je
maar kan zijn,
verbrak ze
de stilte,
zong ze een
lied.
De muziek,
zwoof als
duizende kleuren,
de hete zomeravond
in.
Zo mooi,
zo zoet.
Als engelengefluister
verspreidde
het lied
zich over de
wereld.
Iedereen luisterde,
verstomd door de
schoonheid,
werden ze stil.
Niemand die
kon vertellen
wat men hoorde,
alleen
dat warme,
treurige,
zoete gevoel.
Iedere warme
zomeravond,
oranje hemel,
met ondergaande
zon,
hoor je nog
steeds het
engelengefluister.
Luister goed.