Droevig weer,
Wreed is het druilen van het weer
zoals soms 't gestel
en de wanhoop van bange ogen
turend onder lange stralen regen
gevlochten bedden vullend van pas geboren
van veer verstoken en droog dons
jongelingen van 't vogelnest
Een ondergelopen kolenbak draagt drijvend
een nat servet vol vuil van etenswaar
en de restanten van een smulpartij
varen de kieren van 't huis voorbij
Triest dit druilen, dit weer van vergaan
dit storen van blijmoed
ik sluit de deuren, binnen waar 't donker is
de gasten gekomen en geweest
dit weer maakt mij eenzaam
zoals ik nog nooit ben geweest
F.