De zon is moe
hoe mensenhoofden kunnen liegen
(fijn leven nog
- ik ben toch nooit echt
van jou geweest)
en hoe jij handen zomaar
liet vliegen – alsof zij ze niet voelde
(een omaring van een illusie)
en ik nu weet dat ik je eigenlijk
niet ken, en zo toch weer een beetje
meer
.