Mijn laatste strijd.
Starend naar een wit scherm, jij die tegen me raast.
Ik was er al bang voor maar toch ben ik verbaasd.
Zomaar sta je voor mijn deur, en kom je haastig mijn kamer binnen.
Ik wou je graag wat zeggen maar kreeg niet de kans te beginnen.
Je geschreeuw maakt bang, het voelt alsof ik hallucineer.
Hoe ik het in mijn hoofd haal dat ik zulke gedichten over jou publiceer.
Ik probeer te zeggen dat de lezers mij niet kennen.
En ondertussen begin ik aan je volume te wennen.
Je luister weer eens niet pa, die mensen daar heb ik wat aan.
Ik voel dat ze me begrijpen zij zijn met anderen begaan.
Van jou kan ik dat niet zeggen egocentrische kloot.
Houd toch eens van me, en ga anders lekker dood.
Ik ben je zo spuugzat je vreet me van binnen leeg.
Je maakt bang, zo bang dat ik me niet meer beweeg.
En ik zeg niets meer, ik luister niet meer.
Voor één keer houd ik aan mezelf de eer.
Ik stop met proberen om mijzelf aan jou te bewijzen
Het kan me niet schelen ik voldoe nou eenmaal niet aan jou eisen.