...
Toen lieten zij eerst hun zwaarden wetten op stenen
tot zij gleden door lederen huiden en lieten hun harnassen
poetsen tot zij glommen als door zilverlicht beschenen;
en schoonden hun lijven klaar voor het naderend gevecht
Hadubrand gelaste de roemrijke gilde der wapenkunst
een onovertroffen ode te maken aan woestheid en strijdperk
en onder het zuigen van het vuur en het zingen van de kolen
smeedde de jonge wapensmid zijn voornaamste meesterwerk
Hildebrand bad nog ijdel tot vele Goden dat de morgen
geen bloed vergoten zal, maar vond in de echo
van zijn gebeden slechts de God der grote zorgen
en zag de dag rijzen als ‘n onvermijdelijke gesel van ‘t lot
Toen stootten ze op elkaar, de schilden weerklonken
ze sloegen angstwekkend in op blinkende blazoenen
tot zij klein geworden waren, gekliefd door wapens
“O tragedie laat dan de dood ons doen verzoenen!”
Hevig was het gevecht van gelijke bloeden, dood-
geslagen wapentuig staken als splinters in de grond
het duel duurde vele dagen maar een krachtige stoot
bracht Hadubrand slechts één tel aan het wankelen
...
(Wordt vervolgd)
F.