Tussen het woekerende kruid...
(breekt een oorlog uit)
Dromend banen we ons een weg door het woekerende kruid.
Een elfje kijkt stiekem onze richting uit.
In gedachten verzonken plots door een vijand van haar vrijheid beroofd,
wij, strijdbijlen boven ons hoofd.
Zij, onschuldig als ze was
gevangen in een donker glas.
Help help. Wij die haar hoorden.
Voor 1 keer een oorlog die niet stoorde.
Weinig gevochten, weinig geslaag,
eerder een stiekeme doortocht gewaagd..
Gevonden
hebben we haar.
Bevrijd
hebben we haar.
De vijand heeft het nooit geweten,
hun gijzelaartje minder dan 5 minuten in het potje gezeten.
Het elfje ondertussen veel verzwakt,
in mijn handen door haar beentjes gezakt
Later, het elfje fladderend tussen de bomen
bracht ons terug naar geweldige dromen.