Trillend zet ze haar voet op de koude
vensterbank
verblind door de tranen in haar ogen
wetend dat ze al die tijd tegen zichzelf heeft gelogen
wetend dat ze alles wilde ontkennen
en van elk probleem probeerde weg te rennen
wetend dat er toch geen oplossing meer bestaat
voor dit leven dat ze zo haat
gewoon van alles af zijn
van al die verdriet en pijn
voor niemand meer een last zijn
niets meer voelen,
niets meer denken,
belanden in een grote leegte
en voor eeuwig verlost zijn