Als ik zie hoe jouw voeten
niet meer sporen aan m’n zij
en je adem niet langer zuchten gaat
in het lelletje van m’n oren,
dicht bij mij.
Als ik luister hoe jouw stem
zachtjes aan vervaagt, verandert
in een dans waar nooit
om werd gevraagd.
Als ik voel hoe jouw handen
niet langer strelen en een naaktheid
op me wacht, waar ik m’ alleen nog kan
herinneren hoe jij daar eens
op me hebt gewacht.
Als ik tranen langzaam
voel rollen en ogen water
dragen dat je me hebt gelaten
omwille van jouw gaan,
Dan troost ik mezelf met dromen
waar wij voor eeuwig en altijd
blijven bestaan.