Als langzaam het donker uit de hemel vaart,
stilaan de dag naar de nacht toegaat.
Als bloemen zich sluiten voor 't donker,
sterren gaan pinken als een wonder.
Als de bomen slank naar de wolken reiken,
terwijl de wind speelt in hun ruisende kruinen.
Als dromen geen angst meer geven,
ze zalig fluwelig worden.
Als alle stemmen zijn verdwenen,
ze geen kleine delen meer vormen.
Als niets die grootse stilte nog schendt,
leg dan voldaan het hoofd neer en wacht.
Tot het donker gaat wijken voor zonnepracht.