Ut was een man van weinig worden.
Maar dat had hij niet nodig om geliefd te worden.
Hij vulde de kamer meer dan een zee met water.
Hoe hij over zun neus heen wreef.
En over de oorlog kon praten.
En hoe we dan zaten.
Aan zun verhaal gekluisterd.
En nu nog steeds in onze dromen gefluisterd.