als alle auto’s zwijgen
loop ik de velden in en schrik:
een sprinkhaanvogel achter mij
is tegendraads in dit seizoen
van ver van over de rivier gekomen
en waadt mijn dode hoeken in en uit
doorlopend knikken hij en ik:
wij staan op iemands rode lijst
wij gaan de weg van alle vlees