Toen je overleed aan kanker
Ik was een jaar of acht toen je overleed.
Je sterfte aan kanker dat is iets wat je nooit vergeet.
Je was toch nog op mijn communiefeest geweest.
Terwijl je toen al zoveel pijn leed en toch het voor mijn deed.
Die blik van vreugde die ik aan je zag, het bracht me een lach.
De kanker begon in je longen uit te spreiden.
Het hielp niet om het nog met chemokuren te vermijden.
Ze zeiden dat het via je bloedbanen in je lever zat.
En dat het zo verder door je hele lichaam trad.
En dat je nu ook niet zo heel lang meer met ons had.
Het was begonnen met op een gegeven moment door bloed op te geven.
Daarna verstoorde je evenwicht en ging je beven.
Het werd steeds moeilijker om zo verder te leven.
Je kon op een gegeven moment niet eten en drinken meer.
Je kwam in bed te liggen en het deed je ook allemaal zo zeer.
Toch vocht je tot aan het laatste moment toe.
Je wilde bij ons zijn al was je nog zo moe.
We waren jong en je had ons graag zien opgroeien.
Toch kon je niet meer verder en moest je gaan.
Maar in onze gedachtes blijf je voor altijd bestaan.