Angst tekent zich af op haar gezicht.
Vereeuwigd in het maanlicht.
Verdwenen in de dag,
verschijnt ze in de nacht.
Vereeuwigd als een standbeeld.
Opnieuw en opnieuw.
Pijn tekent zich af op haar gezicht.
Zijn aanrakingen priemen als messen in haar lichaam.
Een zachte wind laat haar rillen.
De gedachte alleen al laat haar huiveren.
Zijn naam wil ze vermoorden.
Opnieuw en opnieuw.
Slechts een droom in haar leven,
maar echt in het geheugen.