Wanhoop
Mijn ogen staan hol,
Ik staar voor me uit
Maar … ik zie niets.
Steeds schiet ik vol
Kijk door mijn ruit
Zie een man op fiets.
Waarom moet ik lijden
Gezoem dat mij grieft
En dat ik dit gedoog.
Hoe mij te bevrijden
Van iets niet beliefd
En tot wanhoop bewoog.
Ik wist me geen raad,
De grens overschreden;
Dacht aan eigen belang.
Ultieme wanhoopsdaad:
Je bent overleden,
Een bloedvlek op ’t behang.
han janzen 02-’05