Op De Brug
Alle kaarsen stonden aan,
Ik ben met hem in het maanlicht op de brug gaan staan.
Het spetterende water viel langs ons neer,
In het grote prachtige meer.
Nu kwam het moment,
Dat ik had gepland.
We kusten elkaar,
Toen we stopten was ik nog niet klaar.
Ik toverde een ring uit mijn mouwen,
En vroeg of hij met me wou trouwen.
Hij maakte een liefdevol gebaar,
Ik wist het. We horen bij elkaar.
dankje