Jona
Jona was een jongen.
Een jongen op zoek.
Hij zocht jaren naar datgene dat hem dreef om door te gaan.
Hij zocht naar een plek.
Een plek waar alles logisch leek.
Een plek waar hij eeuwig zou blijven.
Een oord van rust en harmony,een oord waar de 4 winden samen kwamen,daar wilde hij zijn.
Naarmate hij ouder werd verdween zijn drang om die plek te vinden.
Die drang verdween totaal en maakte plaats voor de leegte.
Deze leegte vernielde zijn wezen en al wat hij was.
Hij werd een man zonder dromen,een eenzame zonderling.
De zon sloot hij buiten evenals de wind.
Voor hem bestond niemand meer.
Verbitterd staarde hij voor zich uit,voelde zich verloren en veraden.
Vervreemd van de wereld bleef hij achter.
Omringt in duisternis.
Op een dag besloot hij,god vervloekend,zichzelf te gaan verhangen op zolder.
Hij liep de trap op, koos een stevige balk uit, zette een wankele stoel op de plaats.
Verdrongen in zijn binnenste kwamen emoties opzetten.
Eerst verdriet toen haat.
Het mocht niet baten.
Hij had zijn keuze gemaakt.
Hij ging op zoek naar een stevig touw die hij vond achterin een stoffige kast.
Hij pakte het op en trof daar wat oude brieven aan.
Hij besloot ze te lezen aangezien tijd geen rol meer speelde.
Het waren liefdesbrieven van vroeger.
Vergeten herinneringen kwamen weer boven.
Hij herinnerde zich dat gevoel van welbehagen.
Hij herinnerde zich de tijd dat hij haar had.
De tijd waarin alles logisch leek.
Die tijd van rust en harmony toen de 4 winden samen kwamen.
Hij schopte het touw aan de kant,liep de trap af,opende de gordijnen,liep de deur uit.
Het leven tegemoet.
Dave.B