Groots is mijn grootsheid als ik zeker ben
Van dat jouw ogen zich op mij richten
En ik opkijk wijl ze mij belichten
Net nu ik schikkend aan het donker wen
Waarom je me dan altijd moet passeeren
Alsof je me niet kent en me doet zwichten
Voor een liefde die zich niet laat dichten
En die ik alleen aan mezelf beken
Naakt ben ik aan jouw ogen blootgesteld
Wanneer jij mij nu in mijn staren treft
Geen woord zegt, aan mezelf mij overlaat
En onbewogen mij aanziet en kwelt
Met de mondhoeken die jij niet verheft
Tot ik mijn blik afwend en 't overgaat