Moest gans de wereld van goeden wille zijn
Dan was er alom vree en liefde op aard
En met wat respect voor het mijn en het dijn
bleef men zeker van veel oorlogen bespaard
Maar de mensheid leeft almaar in valse schijn
Omdat voor hem alles met geld gaat gepaard
Zo doet ook de sterke mens de zwakke pijn
Die zich niet eens om de armoede bezwaard
Als een nieuw lied maar met een zelfde refrein
Wordt overal het medelijden verklaard
Er worden beloften gedaan op termijn
Maar jaar na jaar blijken die weer eens verjaard
Hoopvolle beloften houden hem dan klein
Hij die zijn medeburger niet evenaart
Om dan rokend bij een glaasje bier of wijn
Na luid huilend toch weer in stilte bedaard