elke morgen opnieuw
met mijn rechste been, mijn sterkste uit bed
klaar om de nieuwe dag tegen te komen
in gedachte betrap ik me,
zo een keer of twee drie in de week,
dat ik met het linkse start,
de dag gedoemd tot het donker.
dag na dag, week na week
mijn gedachten dreigen steeds meer om
te zetten tot daden
mijn verdere denken dimt uit, geen plaats meer over
niets of niemand kan het nog vullen
nacht na nacht (in het donker)
probeer ik mijn zorgen wat te verlichten
voorzichtig, kijkend om de hoek
want niet één of twee, nee niemand
mag dit ooit te zien krijgen
DIT neem ik in mijn graf
elke morgen opnieuw
met mijn links, mijn zwakheid uit bed
gepaard met rode diepe sneden
dag na dag, week na week
steeds meer terugtrekkend
steeds meer vriendschappen verloren
nacht na nacht (in het donker)
samen door het mes
tot die ene dag, dat ik het licht zal zien
het licht ver hierboven ...