Hoe ik het ook probeer
ik faal toch telkens weer.
Al mijn goede voornemens verdwijnen
telkens ik jou zie verschijnen.
Heb het dan toch ook zo moeilijk
met al die schijnheiligheid...
ook al krijg ik vaak ruzie
door mijn eerlijkheid.
Had heel graag een vriendin
voor jou geweest
maar blijkbaar is dat
een valse droom geweest.
Ben je wel een vriendin
als je me steeds zout in de ogen strooit
en me andere dingen verteld
als niemand anders het hoort?
Je kijkt op me neer
dat voel ik steeds weer
je duldt me enkel om je man
die me wel goed luchten kan.
Mijn man en de jouwe zijn vrienden
die het goed met mekaar kunnen vinden.
Voor hen doe ik mijn best tot slagen
en blijf ik naar jouw vriendschap vragen.