Langzaam slepend draait de aarde
rond in de lucht
helderblauw met wolken pluizig wit
donzig en teder
het begin van alles
alsof God het altijd zo bedoeld had
bij zijn schepping
Aan het eind een kleine zonnestraal
Zijn glimlach
het onvoorwaardelijke vertrouwen
Het is als de zee met zijn woeste, wrede golven
oneindig uitgestrekt en diep maar
met dat zachte, onschadelijke kantje.
Laat me erop zweven, meevoeren
naar zijn spiegel van de menselijkheid
eens angstig, boos of blij
kijkt hij peinzend over ons neer
maar altijd zonder spijt
Hij houdt van ons, ons allemaal
dat is zeker
En nu maar hopen dat we het niet verpesten...