zo ik al zou pleiten
voor verbondenheid
schisma zal het splijten
gebroken uniteit
ik denk aan kaf en koren
en vraag haar wie er dorst
ze stamelt plompverloren:
heroïsche inborst?
nog vecht ze met de wind
gedoemd het te verliezen
hij scheidt wie hem bemint
als zaden van de vliezen
ze ziet de wieken draaien
weet niet wie ze bevecht
daar klinkt weer het kraaien
het is allang beslecht
de storm die haar zo opdrijft
blijft beuken, wil niet wijken
slechts wanhoop die beklijft
waar kan ze zich op ijken?
zacht maan ik haar tot rust
haar ster dreigt te verbleken
ik vraag haar doelbewust
te letten op een teken
als in een hemels wonder
streept iets door de nacht
we liggen er stil onder
voorgoed bijeengebracht
(© n.m. heylandum)