Ik weet niet meer waar, maar ik zag lemen hutten
Zeg mij in welk jaar, dat ik daar lag te dutten
De natuur was er, volop in bergen en putten
Men lachte er, trots men de woning moest stutten
Leuk om mensen zo blij en zorgeloos te zien
Terwijl rijke mensen bedrukt hun beurs nazien
Voor een eigen huis, als een stenenkruis nadien
Of met de hoop voor al hun kinderen misschien
Hier bij deze derde wereld kameraden
Heerst spontane vriendschap en geen maskeraden
onbenullige voorwerpen zijn sieraden
insecten zijn voor hen grote karbonaden
Maar toen kwam het gokken op het hanengevecht
En zonder geld ging daar nu opeens ook iets slecht
De een speelde baas wijl de ander werd verknecht
Ik schrok wakker en toen pas bleek deze droom echt