Zittend in de tuin der natuur.
Het is er stil en het ruikt er heel puur.
De bomen geven de eekhoorns te eten.
Vogels die daar schuilen, niet te vergeten.
Konijnen die wippen plots door het gras,
Ze komen even kijken naar het mensen ras.
Kippen die scharrelen vrij overal heen,
Ze zijn mooi van kleur en kijken tevree.
Vrij in de natuur, wat is dat toch mooi,
Veel gelukkiger dan in zo'n nare kooi.
Zo zou het altijd voor de dieren moeten zijn,
De tuin der natuur, het is er zo heel erg fijn.
Paradijs, het bestaat nog in het klein,
Laten wij mensen er zijn heel zuinig op zijn!