IK
Ik zie zonder ogen.
Ik ruik zonder neus.
Ik hoor zonder oren.
Ik proef zonder tong.
Ik voel zonder handen.
Ik weet zonder hersens.
Ik kauw zonder tanden.
Ik sta zonder voet.
Ik lach zonder blijdschap.
Ik huil zonder verdriet.
Ik dans zonder vreugde.
Ik werk zonder doel.
Maar als ik al deze dingen doe,
Ben ik soms sterk en soms ook moe.
Maar stelt een ander mij een vraag,
Dan doe ik dat maar al te graag.