Ik heb er genoeg van,
dat de mensen me zo behandelen.
Ik hen er genoeg van,
dat iedereen zich met mijn leven wil bemoeien.
Ze gaan allemaal te ver.
Ze kennen geen grenzen.
Ze weten dat ik voor iedereen goed wil doen
en maken daar misbruik van.
Ze profiteren van mij
en tegelijk besta ik niet voor hen.
Als ze met mij kunnen lachen, kennen ze mij.
Als ik hen iets vraag, kennen ze me niet.
Ik weet wat hun bedoeling is,
ze willen ons uit elkaar,
zodat ik heel alleen sta
met mijn verdriet.