Tussen het fleurig groen
duikt ze op.
Ze zigzagzoeft door
een helderblauwe lucht.
Glasramen vleugels
duwen de wereld onder
in een felkleurig schilderij.
Ze staart naar haar schoonheid
in de spiegelende poel
waar haar lange poten over schransen
met schrik om meer dan haar voetjes
nat te maken.
Uit de zwarte hemel
duik jij op.
Je zweeft doorheen
mijn dromerige gedachten.
Je schoonheid
slingert licht doorheen het duister
en knipt wolken open.
Je staart naar je zelf
in mijn dromende ogen.
Maar waarom ben je bang
je nat te maken
in de oceaan
van mijn liefde?