Achter het hoge holle huis
onder de zwarte wolken
waait een dame als een gordijn over straat.
Breipennen houden de struiken vast
de wind tikt het ritme als de wijzers van een klok
De dame, de kartonnen jurk het bakstenen
gezicht en de ogen van touw –
Porseleinen wandjes schuiven, glijden
zorgvuldig op hun plaats, deuren openen
de straat ontwaakt.
De stoeprand groen als glas, de dame
als een papieren tafellaken terwijl het dorp
razendsnel groeit en kleiner wordt
zodra het beeld uitzoomt en draait met zijn rug.