Stel je voor, een tweekoppige draak. De twee koppen hebben elk een eigen persoonlijkheid en ervaringen.
Dan is er nog Hij, waar beide koppen sterk mee bevriend zijn.
Hij voelt zich rot.
De ene kop weet wat hij voelt en past bij zijn ervaringen.
De andere kop voelt het een beetje, maar weet minder.
Hij wijdt zich aan de ene kop.
Deelt zijn gevoel, schrijft erover.
De andere kop voelt zich machteloos.
Kan niets erkennen.
Maar toch heeft ze hem nodig.
Krijgt ook wel wat ze nodig heeft.
Maar ze moet erom vragen.
een kopstootje tegen zn schouder.
een vragende blik, vergeet mij niet.
Hij kijkt haar aan en streelt haar kop.
drie kleine woordjes, met een grote betekenis
Dan wendt hij zich af, ze kan het alleen af.
De kop is ervan overtuigd dat ze zich aanstelde.
Zo gaat het door, dag na dag.
Tot op zekere dag,
Ze vraagt niet meer.
Kijkt hem aan en spuugt vuur.
een stortvloed aan verwijten.
Hij is verbaasd.
De kop heeft spijt..
Deze draak is niet gebaseerd op werkelijkheid, maar de betekenis erachter wel.