Hoe kan ik het beschrijven, deze machtige boom
Door het snoeien heeft het over de jaren zich
gekronkeld in vreemde vormen
Het lijkt op een treurwilg.
Hoe graag zou ik er in willen klimmen
De duizenden bloesems lijken op een reusachtig bruidsboeket
Zo mooi, zo mooi, zo mooi.
Het kleine boompje, gepland door deze, mijn handen
Is uitgegroeid tot deze gigantische schoonheid
Onder de overhangende takken is ruimte voor tien
Ik zie mezelf als kind spelend onder een dak van bloemen.
Ik voel mezelf als moeder, trots op haar kroost.
Mijn prachtige boom in mijn geheime tuin.
Een blinde muur beschermt het voor vreemde ogen.
Haar bloesems veilig tot het is uitgebloeid.
Ik wil de schoonheid delen, ik wil het laten zien.