‘ Het spijt me, ‘
maar ’t gebeurde weer,
al beloofde ik
van sterk te zijn,
de vorige keer,
nogmaals slaagde ik niet,
en ben ik bang,
voor het moment
dat jij het ziet
en me overwelmd
met ’n teleurstellend verdriet.
‘Het spijt me, ‘
is het enige
wat ik kan zeggen,
als je ’t weet,
en me vraagt
het uit te leggen.
‘Het spijt me’
staat geschreven
in m’n ogen,
als je me vraagt
jou aan te kijken,
al wetend
dat ik onder jouw blik
zal bezwijken,
omwille van de ontgoocheling
die te zien zal zijn
en vervolgens het voelen,
van de snijdende pijn.
maar toch richt ik me tot jou,
omdat ik niet anders kan,
omdat ik immers van je hou.
‘Het spijt me,’
is wat jouw lippen
me vertellen,
‘ dat je enkel kan leven
door jezelf
een haat-gevoel
te geven ... ‘