Op een nacht had ik een droom,
Dat jij mij zou zoenen.
Niet dat ik er in geloof,
Ik kom er nooit achter hoe dat zou voelen.
Op een nacht had ik een droom,
Dat jij mijn hand vasthield.
Mijn hersens reageerde alleen zo sloom,
Dat ik jou hand zo snel mogelijk losliet.
Op een dag kwam ik jou tegen,
Ik hoopte op een zoen.
Mijn droom had ik voor jou verzwegen,
Want ik wist dat je het niet zou doen.
Op een dag kwam ik je tegen,
Ik wenste dat je mijn hand vast pakte.
Op ons neer kwam de regen,
Door die gladheid kwam het dat ik van het hekje zakte.
Ik keek je aan, in je mooie ogen,
Terwijl ik daar lag in de nattigheid.
Je pakte mijn hand en trok me naar boven,
Ik raakte gelijk mijn verstand kwijt.
Ik keek je aan, in je mooie ogen,
Ik voelde een vonk en hoorde nog maar 1 geluid.
Jou stem, je zei dat je me altijd had gemogen,
Je gaf me een zoen, mijn dromen kwamen uit!