Als er iets verwarrend klinkt, zijn ‘t mijn woorden wel.
Ze wringen zich in je oor naar binnen,
en nestelen zich in je hart.
Soms zijn ze opbeurend,
maar meestal onbegrepen.
Je hoort me wel, maar verstaat me niet.
Als er iets verwarrend aanvoelt, zijn ’t mijn gevoelens wel.
Ze grijpen je vast bij je huid,
en doen de haartjes recht opstaan.
Soms voel je ze goed aan,
maar meestal ken je ze niet.
Je voelt me wel, maar raakt me niet.
Als er iets verwarrend is, is ’t dit gedichtje wel.
Ze komt via je ogen je gehoor binnen,
en wekt ’t kleine stemmetje in jou op.
Soms luister je er naar,
maar meestal versta je het toch niet.
Je leest me wel, maar begrijpt de bedoeling niet.
Wat verwarrend geuit wordt naar buiten toe,
zit zich in een knoop te wringen van binnen.
En net als je denkt dit is ’t einde…
… volgt er nog een zin, die zinloos is.