Dichten, dichten, dichten…,
zonder mijn kont op te lichten
Rijmen, rijmen, rijmen
En alles aan elkaar lijmen
Zo gaat het naar mijn zin
telkens als ik er mee begin
Het moet niet foutloos zijn
Ook niet groot maar ook niet te klein
Maar recht al uit mijn hart
Zo maak ik steeds het papier zwart
Nu eens zoals het moet
Dan ook al eens uit overmoed
Maar steeds met een goed doel
Na een overtuigend eergevoel
Ontwijk ik het venijn
Met een rijmpje als medicijn
Want zo is het leven
Je moet krijgen maar ook geven
En het zijn ons schijvers plichten
Om het rijmend goed te richten