En wat als morgen eens, de wereld anders was,
of, zo niet echt, dan toch mijn blik erop gericht?
Mijn duistere perceptie voortaan gewend naar licht,
naar de nymf die mijn persoontje uit zijn syndroom genas.
Het ziektebeeld van hunkeren, met een bedrukt gezicht
naar hoe het zou moeten zijn, of naar hoe het ooit eens was;
naar bucolische taferelen op de bodem van het glas...
Tot de werkelijkheid komt aandraven met kommer en met plicht.
Wat jammer dat die nymf zo op zich wachten laat
en zij die dat nĂet doet me altijd tegen staat:
want vermeien nymfen zich, niet in 't Elysium?
Ja, op die zich bekoren laten rust gewis de doem
van Jupiter die hen in zijn toorn verdelgen wil.
Bespaar me die ontluistering, ik hou me liever stil.