De kop’ van hen die ‘k haat
Ik sla spijkers in een plank
van zes duim dik en bij elke klap
voel ik mijn slapen kloppen
en mijn vingertoppen
worden wit.
Ik sla spijkers in een zes duim
dikke plank van eikenhout
want dat is hard en ik heb
alle tijd om mijn haat
zonder spijt weg te rammen.
Ik sla spijkers op hun kop en
denk daarbij dat ik sla op de
kop’ van hen die ‘k haat.
Te laat!
Te hard geslagen, ook nog mis
en mijn nagels kleuren blauw.
Heel gauw heb ik mijn les geleerd:
‘k ga nooit weer timmeren uit haat,
dat gaat altijd verkeerd.
16-2-2004