Tussen de uitgestippelde lijnen vervaagt
je glimlach bij het zien van zoveel wrok
Je dicht om niet zo ver te staan van wat
een gapende leegte schijnt te zijn en rijgt
de ongesproken woorden minzaam aan elkaar
Voor allen, maar niet voor iedereen
Onverstoorbare hersenschimmen lijken je bloed
te kunnen drinken en hunkeren naar wat men
levenslust pleegt te noemen.
Even maar, heel even maar, voel je je begrepen
in die onduidelijke dromen
Door allen, maar niet door iedereen
Je zorgvuldig opgetrokken muren van een lemen
onmacht wachten angstvallig op de nakende storm,
die hen één zullen maken met het onmetelijke klaprozenveld
Berustend in wat komen moet, heb je reeds gezien
wat komen gaat.
Bij allen, maar niet bij iedereen…