Ik zit tegen over je
Net als altijd
In kleermakerszit
De woorden die
Normaal zo
Gemakkelijk uit
Mijn mond vloeien
Blijven steken
Blijven zwijgen
Ik weet dat de stilte
Beschuldigend is
Van iets onbewezen
Ik kijk terug in die
Verdrietige blik
Van je, als je je
Ongeloof uit
Naar mij, je
Machteloosheid
Ik vertrouw je niet
Meer zoals eerst
En ik kan het niet
Terug toveren
Op z’n plek
Ik probeer je aan
Te raken, maar je
Draait weg…
‘het spijt me’
De kamer verdeeld
In twee helften
De jouwe en de mijne
Jouw ongewone
Trillingen maken
Duidelijk dat het
Ongemakkelijk is
‘sorry’
Ik heb er mee leren
Leven, jij nog niet
Je zegt t maar
Wanneer je hulp
Nodig hebt…