De littekens op mijn armen,
doen me herinneren in welke donkere gangen ik dool.
Ze herinneren me
aan de pijn die ik heb gehad.
De haatgevoelens schitsen weer door mijn lichaam.
Ik haat mezelf
Een verlangen groeit in mij,
een verlangen,
naar eeuwige verlossing.
Een schrille kreet,
om een andere ik.
Ik verlang naar de dood
Een verlangen wordt vervuld,
vol blijdschap en voldoening.
Pijn zal altijd blijven,
voor eeuwig op mijn ziel gebrandt.
Maar nu zal ik rusten,
eeuwig rusten,
en nooit meer ontwaken.