Stil sta ik alleen, op de top van de berg
De wereld om mij heen, zo groot en sterk
Van mijn hoogte, ik voel mij een dwerg
Alles om mij heen, is dat echt mijn werk?
Het grote wat ik zie, daar waar ik naar streef
Het goede en het slechte, dat wat ik beleef,
De warme dag en de koude nacht
Komt dat echt terug van wat ik geef?
De kracht lijkt wel minder, de wolken voor de zon
Wat gebeurt er onder de wolken, wat gaat er in de wereld om
Ben ik zo ver weg? Zo ongenaakbaar,
Is mijn kracht mijn zwakte? Is het dan waar?
Gezegd is het al te vaak, mischien filosofeer ik maar raak
Mischien is mijn eigen besef, mijn schreeuw over lef
Niet meer dan een gedachte, waar men vaak over lachte
Waarschijnlijk ook niet, de berg is te hoog, soms weet je niet wat je ziet.
Is de tijd daar, om beneden te komen?
Wanneer ging ik omhoog
Ben ik zo ver van de wereld?
De wereld die mij bedroog?
Dit is waar, dit zei de gek
Dat wat is raar, is vaak in trek
Maar wil je weten, wie je bent
Leer dan te lopen voordat je weg rent.
Ach, wat weet ik nou, zei de gek, en danste weg