In de gang van mijn gedachten
Met wel honderdduizend deuren
Die allemaal geduldig wachten
Op wat er gaat gebeuren
Daarin loop ik dag en nacht
Wankel, als was ik verdwaald
Weet niet eens wat ik verwacht
Als ik het einde heb gehaald
Is dan wel de moeite waard?
Om te zoeken al die tijd
Was ’t niet beter gewoon bewaard?
De bekende veiligheid
Ontdekte echter onlangs pas
Kan niet doorgaan met mijn leven
Waar toch ook geluk wel was
Maar ik zelf achtergebleven
Nu dat ik wat deuren open
En het stof heb weggeveegd
En naar binnen ben gelopen
Zie ik weer wat mij beweegt
Nu nog gaat dat op de tast
Knijp ik hard mijn ogen dicht
De ogen blind, alsof je last
Of tegen ‘t sterke ochtendlicht
Dus dwaal ik in het donker rond
Tastend, voelend, sinds de tijd
Dat ik de eerste sleutel vond
Daarvan heb ik echt geen spijt
Iedere deur een nieuwe kamer
Waar een nieuwe sleutel ligt
Niet de goede? Dan de hamer
Laat geen enk’le deur meer dicht
Hopend dat ik ooit zal zien
Waar ik al ben langs geweest
En nog heen moet bovendien
Als de blindheid ooit geneest
Zelfs al blijf ik altijd blind
En moet ik eeuwig op gevoel
Onderzoeken wat ik vind
Blijf me richten op het doel:
Niet langer meer bedekken
Meegaan met de grote stroom
Maar de wereld herontdekken
Volgen van mijn eigen droom