Jehoortmeniet
Aan de waterkant verscholen in het dichte riet
bevindt zich ’s morgens vroeg de “Jehoortmeniet”
In de dampende mist boven het rimpelloze, vlakke water
hoort niemand zijn altijd tragisch en weemoedig gesnater
Moedeloos vereenzaamt hij in het prille ochtendgloren ,
want immers, wat hij ook doet, je kunt hem niet horen