Koorden draaien
om mijn hals.
Strak
om mijn hals.
Door de gebroken ruiten
stroomt vals
licht naar binnen.
Geuren proberen nog
te beroeren.
Zachtjes
te beroeren.
Maar de koorden laten reeds los.
Het licht
gaat weer uit.
Ten einde raad
sterft ook het geluid.
En de wereld
is kapot.