Wat moet ik met dit hart, het voeld zo koud en alleen.
Tranen van verwarring over mijn wangen heen.
Een wervelwind stormt door mijn kop.
Ik kijk je aan maar je vangt niks op.
Vraag me niet wat ik voel of waarom ik moet huilen.
Hou me vast, ik wil veilig en warm bij je schuilen.
Ik wil niet denken, alleen maar rust.
En hopen dat je me toch nog kust.
Waarom is jou gevoel niet gelijk aan dat van mij.
Mijn hele lichaam trilde toen je me dat zei.
De verbinding werd eventjes verbroken.
Alsof ik in mijn hart werd gestoken.
Was ik misschien te direct of kwam het te onverwacht.
Ik wou dat ik kon weten wat je op dat moment dacht.
Mijn verlieftheid ervaren dat was wat ik wou.
Alleen lag het even anders bij jou.
Zo weinig woorden en duizenden gedachtes in mijn hoofd.
Allemaal aan het dwalen, ze hadden me verdoofd.
We waren stil alleen met onze gedachte.
Dit was niet wat ik ervan verwachtte.
Had mijn gevoel me misschien bedrogen.
Ik hoopte dat ik iets kon lezen in je ogen.
Mijn blik was troebbel je had me verblind.
Vond je het anders te echt vanwegen mijn kind.
Jouw leerweg was veilig en vooral interlectueel.
De mijne meestal gevaarlijk en emotioneel.
Schrikt dat je af, of is het vreemd en onbekend.
Want dat is iets waaraan je langzaamaan wel went.
Ik vertel je over dingen waar je nog geen weet van had.
Zijn we te verschillend? Is het misschien dat.
Hou je dan niet van een ontdekkingsreis.
Wil je geen leuke herinneringen voor als je oud bent en grijs.
Je pakt je tassen in, morgen ga je naar je eigen plek.
Ik weet dat het moet maar mijn verdriet maakt me gek.
Ik probeer hopeloos wat te leren van die totaal nieuwe pijn.
Ik wil er niet aan denken dat je straks niet meer dicht bij me zou zijn.
Zou je me missen en dezelfde leegte ervaren als ik nu al doe?
Wil je me nog wel zien of spreken, kom je dan wel naar me toe?
Ik kijk naar je als je slaapt, geniet nog even van je aanwezigheid.
Waarom duurd een nacht maar zo kort? Ik wil meer tijd.
Ik zou je zo ongelovelijk veel liefde willen geven.
Zoveel dat je niet zou weten wat je zou beleven.
Zodat je in mijn hart kon kijken en alle puurheid ziet.
Allen dan kan je me echt leren kennen en anders niet.
Ik word wakker van mijn tranen en wens dat het nog gisteren was.
Jij staat op kleed je aan en droogt mijn tranen met je jas.
Je knielt voor me neer en drukt jouw lijf stevig tegen de mijne aan.
Je kijkt in mijn ogen, houd me nog even vast en dan moet je gaan.
Ik hoor nog net dat je de deur achter je dichtdoet.
En dan weet ik even niet meer waar ik het zoeken moet.
Het wordt me allemaal te veel, ik voel me ontzettend klein.
Verlieftheid hoordde toch geweldig te zijn?
Hoe kan ik mijn hart afsluiten voor iemand waarvan ik houd?
Ik heb altijd in je eerlijkheid en oprechtheid vertrouwt.
Alleen jij kan me niet vertellen wat ik horen wil.
Soms doe je heel afstandelijk en heel kil.
Je moet toch weten dat alles met mij te bespreken valt.
Ik zou je vertouwen nooit beschamen als je je hart bij me open stalt.
Wat voor een stormt leeft er bij jou van binnen.
Als ik dat eens wist kon ik tenminste ergens mee beginnen.
Ik weet dat je me respecteerd en veel om me geeft.
Maar waarom mag ik niet weten wat er binnen in je leeft?
Ik wil je kunnen begrijpen, je hoeft me echt niks te verklaren.
Ik wil alleen maar van je weten hoe jij het hebt ervaren.
Dit alles doet mijn zelfvertrouwen absoluut geen goed.
Je doet me pijn, hoewel ik denk dat je het niet bewust doet.
Elke avond hoop ik op je gezelschap, bezoek en aanwezigheid.
Er gebeurd niks en ik denk oke deze dingen kosten tijd.
Wil je me niet zien met me praten of weten hoe het met me gaat.
Ik hou het niet meer en bel je op ook al is het heel laat.
Je hoort mijn woorden maar niet het gevoel in mijn stem.
Ik wil je vertellen dat ik je mis, het lukt me niet ik voel een rem.
In een poging van wanhoop doe ik mezelf te kort.
Als een gewonde vogel blijf ik hopen dat het toch nog iets wordt.
Ik wil vliegend door een warme bries met prachtige zachte veren.
En kunnen rusten bij de helderste bronnen en de kalmste meren.
Als je mee wilt breng ik je bij puurheid met een geweldig uitzicht.
Maar voorlopig hangt er een zware wolk voor het mooiste licht.
Je bent dicht bij me in de buurt maar eigenlijk ben je er niet.
Je kijkt omhoog en vraagt je misschien af waarom je niks ziet.
Wanneer ik dichtbij je ben voel ik me het gelukkigste meisje op aarde.
En herinneren ik me weer waar ik de sleutel naar mijn hart bewaarde.
Je bent warm, ondeugend, slim, eerlijk, mooi, betrouwbaar en warm.
Ik kan je niet meer uit mijn hart zetten dan voel ik me koud en arm.
Ik probeer mezelf te overtuigen om niet meer verlieft te zijn op jou.
Maar ontdek tot mijn schrik dat het te laat is en dat ik van je hou.
Hoe kan ik zoveel om iemand geven die niet hetzelfde voor me voeld.
Nu weet ik wat er altijd met “liefde doet pijn” wordt bedoeld.